Op het concert in de Agora spelen we Oeverture van Beethoven, Die Geschöpfe des Prometheus, Op.43.
Daar hoort uiteraard bij het prachtige gedicht van Goethe:
'Prometheus'
|
IV Wie hielp mij tegen de overmoed der Titanen? Wie redde mij van de dood, van slavernij? Heb jij niet alles zelf voltooid, heilig gloeiend hart? En gloeide, jong en goed, bedrogen, als redding voor de slapenden daar boven? V Ik jou eren? Waarvoor? Heb jij ooit de pijnen gelenigd van de belaste? Heb jij ooit de tranen gedroogd van de angstige? Heeft niet mij tot een man gesmeed de almachtige tijd en het eeuwige noodlot, mijn heersers en de jouwe? VI Dacht jij soms, ik zou het leven haten, in woestenijen vluchten, omdat niet al mijn jongensdromen zouden uitkomen? VII Hier zit ik, vorm mensen naar mijn evenbeeld, een geslacht, dat net als ik ben, dat lijdt en weent, geniet en blij is, en jou geen aandacht schenkt net zo min als ik. (Vertaling Erwin de Vries)
|